Voeding hersenen
Ons brein is rijk aan vetten. In tegenstelling tot de rest van ons lichaam vormt dit vetweefsel echter geen reserve: de vetten worden gebruikt voor de vorming van membranen voor neuronen, een proces waarbij de aanmaak van nieuwe verbindingen tussen de cellen wordt bevorderd. Het gaat hierbij om de beroemde omega-3-vetzuren. Vette vis is hiervoor een van de beste leveranciers. Eet men te weinig van deze 'gezonde vetten', dan beïnvloedt dit de kwaliteit van de slaap, het leervermogen, de cognitieve prestaties en zelfs de perceptie van plezier! Om goed te kunnen werken, heeft ons brein eveneens veel koolhydraten nodig. Voor een efficiënte werking van de koolhydraten is niet alleen het soort koolhydraten, maar ook de verdeling ervan belangrijk: zetmeelhoudende producten met een lage glycemische index zorgen ervoor dat het suikerniveau in het bloed langdurig op een gelijkmatig niveau blijft. Het verbetert daarmee de activiteiten die langdurig onze aandacht vragen (een examen, het besturen van een auto, een fysieke activiteit....).
De afbraak van suikers maakt helaas oxiderende moleculen vrij die op de langere termijn zorgen voor een cognitieve achteruitgang en voor het ontstaan van neurologische aftakelingsziekten. Het gaat hier om de inmiddels fameuze vrije radicalen. Om ze te bestrijden, moeten we een beroep doen op antioxidanten, stoffen die vooral voorkomen in groente en fruit. Naast koolhydraten hebben onze hersenen eveneens zuurstof nodig om energie te kunnen produceren. Voor het transport van zuurstof heeft ons lichaam een bepaalde hoeveelheid ijzer nodig die het uit de voeding haalt. Een klein tekort hieraan heeft reeds een algemeen negatief effect op de cognitieve prestaties: het beïnvloedt de oplettendheid, zorgt voor stemmingsproblemen en kan geheugenstoornissen teweegbrengen... Overigens is in onderzoek aangetoond dat de stof een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van de hersenen en bij de modulatie van cognitieve prestaties.